Messemé wordt gekenmerkt door zijn uitgestrekte, vruchtbare vlakte die bezaaid is met grote graanboerderijen. Baletportieken vormen de ingangen van deze boerderijen en bieden tijdelijk onderdak voor de gewassen en het materiaal. De parel aan de kroon van de gemeente is ongetwijfeld het elegante Château de la Motte (privéterrein), met zijn slotgracht en uitgestrekte jachtgronden. Het werd in de 15e eeuw gebouwd op een feodale motte en is sinds zijn ontstaan in dezelfde familie gebleven. De voormalige kerk van Villiers (privéterrein) is sinds de 19e eeuw een ruïne waarvan alleen de klokkentoren of bretèche nog over is. Het lijkt erop dat de bretèche al in de 6e eeuw werd ontworpen, toen de klok voor het eerst verscheen, en vaak werd geplaatst bij de ingang van kleine Merovingische schepen.